Onderbouw (unit 1 t/m 3)

In de onderbouw staat het jonge kind centraal.

Spelen is ontwikkelen

Door te spelen verkennen kinderen hun mogelijkheden. Ze leren over zichzelf en hun omgeving. Kinderen leren door spel wie ze zijn en wat ze kunnen. Tevens ontdekken ze de wereld om zich heen en ervaren ze dat ze onderdeel zijn van deze wereld. Spel is essentieel in de ontwikkeling van kinderen. In de ervaringsgerichte benadering is spelen geen bepaalde activiteit náást leren maar de activiteit ván leren op school. Op het speelleerplein en in de gangen kunnen kinderen uit verschillende groepen samen spelen. Het speelleerplein en de gangen bestaan uit diverse speelhoeken en de inrichting wordt aangepast aan het actuele thema. Er wordt thematisch gewerkt, de groepen werken intensief samen en groep doorbrekend. Het sociale aspect is heel vormend en op deze manier kunnen we beter aansluiten bij de onderwijsbehoefte van het kind.

Vrije keuze/activiteit

Tijdens de inloop, spelen/werken en buiten spelen, hebben de kinderen de mogelijkheid om vrij te kiezen.

Kring

De kring gebeurt voornamelijk in de basisgroepen. Er zijn verschillende kringmomenten gedurende de dag. Hoe de kringen worden ingezet kan per unit verschillen. Voorbeeld van kringen die in unit 1 t/m 3 worden ingezet:

• De dagopening en dagafsluiting; een kringmoment waar we met de kinderen vooruitkijken en evalueren.
• Een binnen- en buitenkring; een kringmoment waarin kinderen tot gesprek komen over allerlei onderwerpen.
• Een thematische kring; een kring waar we met de kinderen onze vieringen vieren, waar we onze thema’s/projecten introduceren en afsluiten.
• De ‘sociale’ kring; een kring waar we lessen vanuit de kanjertraining doen, waar we situaties bespreken ten behoeve van de sociale emotionele ontwikkeling.  

Projectwerk

Er wordt gewerkt met thema’s. De thema’s zijn vaak in de hele unit hetzelfde. Een thema wordt gekozen passend bij het moment van het jaar, de belevingswereld van de leerlingen en sluit aan bij ‘Zin in Lezen’. Met alle collega’s van de unit maken wij een plan die gaandeweg het thema aangepast kan worden naar de belevingswereld en input van de kinderen. De leeromgeving wordt zodanig aangepast, dat de kinderen hier de doelen van de betreffende periode kunnen halen. Er wordt rekening gehouden met de niveauverschillen van kinderen. In de klas komt een thema tot leven, alle kinderen werken mee en gaan het beleven.

Zin in Lezen

Zin in Lezen is een aanpak voor lees- schrijfonderwijs in het primair onderwijs. Dit houdt in dat kinderen al in de kleutergroepen gaan leren lezen en schrijven in betekenisvolle activiteiten. Dit betekent voor het lezen activiteiten zoals:

• Meelezen als er voorgelezen wordt;

• Zelf lezen in informatieve en narratieve teksten door te vertellen bij illustraties;

• Doen alsof lezen, bijvoorbeeld in de huishoek de baby voorlezen.

Ook zijn jonge kinderen al echte schrijvers, denk maar aan de boodschappenlijstjes die sommige kinderen gaan krabbelen. Dit krabbelen is het begin van het echte schrijven. Wij stimuleren de kinderen om op deze manier zelf te gaan schrijven. De rol van de volwassenen hierbij is om de kinderen het vertrouwen te geven dat zij het zelf kunnen!

Rekenen

We werken met rekenen sinds 2020/2021 vanuit de doelen van ZoO. In ZoO staan de SLO-doelen. We werken per week aan een doel.

 

Unit 2/3

We zijn er op basis van kennis over de ontwikkeling van het jonge kind en onze eigen ervaring van overtuigd dat de combinatiegroep 2/3 een goede manier is om de overgang tussen deze groepen te verbeteren. De ontwikkeling van kleuter naar schoolkind verloopt geleidelijk. Een kleuter is niet de ene op de andere dag een schoolkind. In de combinatiegroepen 2/3 kan goed worden aangesloten bij de ontwikkelingsfase waarin kinderen verkeren.

Ouder- en kind gesprekken

Twee keer per jaar vindt er een ouder- en kindgesprek plaats. Zowel ouders als kind worden uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Het ouder- en kindgesprek is een driehoeksgesprek waarbij leerkracht, ouder(s) en kind samen om tafel zitten. We werken met portfolio’s, deze gaan 2 keer per jaar mee naar huis.